Zillertal(1998).

Onze eerste tocht. Toen we nog niet wisten wat een huttentocht was. We hebben de volgende tocht gemaakt:

Dag1: van Breitlahner naar Friesenberghaus.
Dag2: van Friesenberghaus via Olperhütte naar Furtschaglhaus.
Dag3: van Furtschaglhaus naar Pfitscherjochhaus.
Dag4: van Pfitscherjochhaus via Alpeiner Scharte naar Geraerhütte.
Dag5: van Geraerhütte via Kleegrubenscharte naar Hintertux.

Waar ben ik aan begonnen?
Iedereen herinnert zich zijn of haar eerste bergtocht. Onervaren en onwennig loop je door de bergen. De uitrusting is niet optimaal, de conditie kan beter en de bergen zijn verscholen achter de wolken. Wat trok je ook al weer naar die bergen, vraag je je af. Onderstaand verhaal is een impressie van een bergwandelaar die zijn eerste tocht in het Zillertal met gemengde gevoelens ondergaat. In het begin van het jaar was het idee ontstaan om met een aantal collega's de bergen in te gaan. Geleidelijk kreeg het idee concrete vormen en halverwege het jaar lag er een voorstel voor een wandeltocht in het Zillertal, Oostenrijk. Een vijfdaagse tocht van hut naar hut met zes mannelijke collega's, waarvan één persoon alpiene ervaring had. Het startpunt werd Breitlahner.

Bekaf
Daar staan we dan op een donderdagochtend in september in Breitlahner (1257m). De stemming is goed. Na uren klimmen bereiken we ons hoogste punt voor de eerste dag (2500m) en kunnen we afdalen naar het Friesenberghaus. We zijn intussen de boomgrens gepasseerd en zijn in een schitterend landschap terechtgekomen vol met rotsblokken, gras en hier en daar een stroompje. Een dik uur later dan verwacht bereiken we de hut. Uitgeblust zitten we de rest van de middag in de hut te recupereren, zoals dat zo mooi heet. We zijn bekaf en zitten ons af te vragen wat er in De Grote Van Dale staat vermeld bij wandelen. Eén ding is zeker, daar staat niets wat vergelijkbaar is met wat wij vandaag hebben gedaan. Waar zijn we aan begonnen?! Het avondeten bestaat uit het beroemde Bergsteigeressen. Eén bord is na zo'n dag niet genoeg. We vragen om Nachslag (Oostenrijks voor een extra portie). Vanuit de keuken wordt er nog een pan aardappelen en kooleintopf op tafel gezet. De Nachslag verdwijnt zonder problemen in onze hongerige magen.

Nog een half uurtje
We starten de tweede dag langzaam."Kletterfest und schwindelfrei " nemen we dit stuk. "Na twee dagen wandelen voel je die rugzak niet meer", stelt de ervaren Eltjo ons gerust. Nou die belofte hebben we hem de dagen daarop nog vaak onder de neus gewreven. Boven aangekomen is het een dik uur wandelen naar de Olperhütte. Het pad dat van benenden zo vlak leek, blijkt iets minder vlak. Na een uur wandelen in een prachtig boomloos rotsachtig landschap, beginnen we ons af te vragen waar de beloofde hut blijft. Volgens Eltjo is het nog een half uurtje wandelen. Het half uurtje van Eltjo is dan ook een begrip geworden binnen de groep. Een begrip om aan te duiden dat iets tussen een half uur en een halve dag kan duren. Bij de Olpererhütte nemen we koffie voordat we beginnen aan de afdaling van 580 meter naar het stuwmeer. Daarna een klim van 500 meter naar het Furtschaglhaus. Dat blijkt voor mij geen pretje. Halverwege de klim toch maar aan de EPO (Ventolin) voor een betere zuurstofopname. Wat heb je met astma toch ook te zoeken in de bergen.

volgende pagina