Zon en Bier
Als laatste van de groep bereik ik de veranda van het Furtschaglhaus. Bij het beklimmen van de veranda krijg ik van Erik een heerlijk koud glas bier in de handen gedrukt. Zonnetje in het gezicht, biertje op tafel en een uitzicht op een aantal besneeuwde toppen. Links van ons ligt het hoogste doel voor morgen, de Schonbichler Horn (3133m). En ...........morgen is het gelukkig de derde dag. Dan voel je de rugzak niet meer. Daar kan ik met echt op verheugen. Het weer wordt echter slechter, regen. Tijdens het eten en bij het natafelen bespreken we de tocht van morgen naar de Berlinerhütte. Er zit een lastige passage in met kabels om je te zekeren. De benodigde spullen hiervoor hebben we bij ons. Een gordel, een verzameling touwen en karabiners. Henk wil graag weten hoe alles werkt en gaat droog oefenen. Henk heeft vannacht al menigmaal de lastige passage genomen naar de Berlinerhütte. Hij heeft er niet meer van kunnen slapen. Zijn besluit staat vast. Hij gaat niet mee. Ons besluit staat ook vast. Gezamelijk gaan we op zoek naar alternatieven. Na veel wikken en wegen gooien we de route totaal om. Italië is het toverwoord. Want zoals we allemaal weten, in Italië schijnt de zon. Onze volgende slaapplaats zal het Pfitscherjochhaus zijn. Het zal een ontspannen dagje worden, zo verwachten we. De regenpakken bewijzen het eerste uur nog hun nut. Daarna maakt het niet meer uit. We zijn allemaal totaal doorweekt. Ondanks het feit dat het de derde dag is, voel ik de rugzak nog steeds. Aan het einde van het stuwmeer duiken we een gaststube in om ons te drogen en te warmen. Na anderhalf uur vanuit de stube naar de regen te hebben gekeken gaan we met enige tegenzin weer de regen in. Op naar de zon in Italië.

Spookachtig
Ons pad loopt door een smal dal, parallel aan een steeds wilder stromende beek. Vanaf de bergen dondert het water met kracht naar beneden. We zijn omgeven door water. Regen boven ons, links en rechts wilde waterstromen en onder ons waterplassen op de verzadigde grond. Mistflarden beginnen te ontstaan en het onderling contact wordt steeds moeilijker. Sporadisch van ik nog een glimp op van mijn voorganger. Nergens meer aan denken en stap voor stap verder. Het water stroomt van nek, rug , benen heel gestaag mijn schoenen in. De mist glijdt langzaam langs mij heen en zorgt voor steeds wisselende mystieke beelden. Spookachtig. Urenlang gaat het pad omhoog. De hoop is gevestigd op de grens. Mogelijk dat daar een schuilplek is. Bij de grens komt de ontgoocheling. Alleen een verlaten grenspost. Wel staan er wat auto's. Maar die zijn waarschijnlijk van nog meer gekken die met dit weer in de bergen lopen te dwalen. Door naar ons einddoel. Het Pfitscherjochhaus.
Met lood in de schoenen loop ik verder. Waar ben ik mee bezig. Hoe ver zal het nog zijn? Hoeveel uur nog in dit weer? Gelukkig komt na vijftig meter het antwoord. Een richtingsbord naar het Pfitscherjochhaus. Nog maar honderd meter. Een wereld van verschil in de hutten van Oostenrijk en Italië. In Oostenrijk en bedompte sfeer, zachte gesprekken aan tafel en om tien uur Hüttenruhe. In Italië lijkt het een grote familie. Zingende mensen aan tafel, volop plezier tot laat in de avond. Regelmatig een O Sole Mio en rijkelijk vloeiende wijn. Ik voel me hier thuis.

vorige paginavolgende pagina