Zondag 12 september 1999, het echte werk, Cab de Bertol(3311).
Na een lange muziekrijke nacht is het tijd om echt de gletsjer op
te gaan. Ontbijten, rugzakken inpakken en op pad. Het ontbijten gaat met enige vertraging
omdat een van de zittenblijvers van de reünie een kwaaie dronk blijkt te hebben.
Tussenkomst van een van de hulp-huttenwirtin voorkomt bloedneuzen en rauwe knokkels. Later
dan gepland vertrekken we dan ook voor de eerste echte etappe. Van de Schönbielhutte naar
Cab de Bertol (3311). Het eerst stuk van vandaag gaat naar beneden. Een vaag rotsachtig
pad. Die af en toe op gaat in de omgeving om een dertig meter verder weer te voorschijn te
komen. Op dit pad doet Adrie een misstap waardoor hij een salto maakt die door ons
gewaardeerd wordt met een gemiddelde van 9,5. Vervolgens gaan we over een graad naar de
voet van de stockji. Via een schoorsteentje klimmen we vervolgens de rots op. Alles gaat
niet even soepel. Niet iedereen is even fit. Je merkt irritatie bij Martin ontstaan. Over
de rots dan eindelijk de gletsjer. Kunnen we de oefeningen van de vorige dag in praktijk
brengen. Martin maant ons aan tot snelheid. Hij wil de gletsjer op en er zo snel mogelijk
overheen. We lopen achter op schema. De zon wordt feller en voor je het weet is de
gletsjer zacht. Met alle risico die daar aan verbonden is. We hebben dan wel driftig
geoefend gisteren echter niemand, en zeker Martin niet, zit te wachten om het in praktijk
te brengen. "Die manner vom Fläche" gaan traag, te traag. Oorzaken hiervoor? De
slechte nachtrust van ons allemaal? De lichte verschijnselen van hoogteziekte bij een
aantal? Hoofdpijn van de wijn van gisteravond? Slechte longen van mij? Conditionele
verschillen te groot? Willen we te veel?
Paul hakt
af. Van Martin moet hij door. Hij kan echter niet door. Martin besluit dan ook tot een
rust van enkele minuten. Ik maak gebruik van dit moment en neem een extra dosis Ventolin.
Tijdens de rust stopt Martin de helft van Paul zijn rugzak in zijn eigen rugzak.. Dan gaan
we weer. We moeten nog een 150 meter stijgen. Niet aandenken. Gewoon doorstappen. In het
tempo van een ander. Door dat touw moet je wel. Niks eigen tempo. Martin bepaald. Hij trek
ons naar boven. Of je wil of niet. Knop op dom. Elke stap die je telt is er weer een
dichter bij het moment dat je op de Col de la Tête Blanche(3600) staat. Op de col krijgen
we eindelijk onze rust. Eindelijk tijd om de omgeving in je op te nemen. Prachtig.
Eenzaam, wit en stil. Een zacht bries brengt wat verkoeling. In een woord genieten. Hier
doe je het voor. Ook al mag het wat mij betreft met wat minder vermoeidheid. Tijdens de
rust wordt ook een gedeelte van mij rugzak verdeeld. Paul is af en ik ben leeg. Ignas
voelt zich ziek en heeft op weg naar boven overgegeven. Rob zit met een rommelt gevoel in
zijn darmen en met Erik gaat het wonderwel elk uur beter. Hij heeft zich vandaag in de top
vier van de fitste gewerkt. Aan Adrie, Eltjo en Martin is niets te zien. Zouden ze wel
weten dat we samen al een aantal uren bezig zijn een gletsjer te bewandelen.
Na de rust splitsen we ons in twee groepen. Eltjo, Rob en Adrie gaan de Tête Blanche(3724) op. De rest gaat rechtstreeks naar Cab de Bertol. Naar verwachting nog een tocht van twee uur. We lopen ver achter op schema. Je merkt de ongerustheid van Martin. Terecht. Echter de manier waarop begint irritant te worden. Geen overleg. Ik ben de gids en zoals ik zeg moet het. Dit zonder rekening te houden met de toestand van de groep. Of is hier geen tijd voor? De spanning tussen groep en gids loopt dan op. Tussen gids en groep wordt geen woord meer gewisseld en onderling neemt het mopperen op de gids toen. Martin maakt nog meer haast en doet er een tandje bovenop. We vallen nu bijna de col af. We hebben dan wel een tijdje gerust op de col maar zijn daardoor nog niet uitgerust. Martin wil van de gletsjer af. Dat is wel duidelijk. Hij trekt ons er af. Ignas blijft hierdoor hangen in een kleine gletsjerspleet en gaat plat op zijn gezicht. We moeten stoppen. Martin zijn gezicht staat op zeven dagen omweer. Ignas krabbelt intussen weer op en kijkt met uitdagend gezicht naar Martin. Je ziet aan Ignas zijn ogen dat Martin de vinger krijgt. Martin reageert niet en roept alleen maar "WEITER".
Als we Cab de Bertol inzicht krijgen begint Martin vaart te minderen. Vanaf de hut klink hoorngeschal ons te gemoed. De klinkt gastvrij. Dat belooft veel goeds voor vanavond. Martin is blijkbaar helemaal gerustgesteld want in de zicht van de haven gaan we voor een lange rust. Of zou hij de spanning even van zijn schouder af willen laten glijden?
Cab de Bertol ligt
prachtig. Als het ware tegen een rots aangeplakt. Alleen om boven te komen moet je nog
even een akelig pad nemen. Eerst even wat klauteren met handen en voeten, vervolgens
plakken tegen de rotswand over een smal pad en dan nog even een tweetal, ijskoud, voor het
gevoel loodrechte, trappen op. Na zo dag als vandaag een echte beproeving. Als ik
eindelijk boven ben gooi ik mijn rugzak in een hoek en ga buiten, binnen in de hut is het
mij te warm en bedompt, op adem proberen te komen.
We treffen het. Dit is een van de laatste dagen dat de hut open is. Bier is op. Pannichen is op en de laatste flessen water kosten 8 SFR ( iets meer dan tien gulden). Avondeten daarin tegen is er voldoende. Soep, Rijst, boontjes, maïs en worteltjes door elkaar en grote pan met een vleessaus. Het kan niet op. Sterker nog het moet waarschijnlijk op. Dat scheelt aan het einde van het seizoen weer vervoer het dal in. Na het eten tafelen we nog gezellig wat na. De spanning tussen de gids en de groep is weer afgenomen. Het is er nog wel maar komt niet meer bedreigend over. Martin verteld die avond allerhande zaken over hoogtemeters, weer in de alpen en meer zaken die van belang zijn in de bergen. Ik besluit er vroeg in te gaan. Wat extra rust kan geen kwaad lijkt mij.
Kranen kennen ze niet in Cab de Bertol. WCs gelukkig wel. Ook al is deze ook weer van het model poepdoos. Echter wel een zelfreinigende. De WCs zijn verbonden met elk dertig meter rioolbuis die de urine en uitwerpselen aan de voet van de rots op de gletsjer laten vallen. Een waar voedselparadijs voor de om de hut vliegende alpenkraaien. Ondanks deze zelfreiniging is het ook hier neus dicht en deur open. WC papier is er op de bon. In de WCs geen papier. Voor je gaat moet je dit halen bij de Huttenwirt. Lekker handig als je net klaar bent en je zoekt het WC papier.
De hut ligt op een mooie plek. Zou een pracht locatie zijn om aan te bevelen. Ware het niet dat er een wat vreemde gastvrijheid heerst. Toegegeven we waren allemaal moe en daardoor wat prikkelbaar. Echter ook na een half jaar verbaas ik me nog. De eerste indruk wat goed. Ontvangst met hoorngeschal. Waar ben je nog zo welkom. Echter ben je een keer binnen gaat het op je inwerken. Geen water. Nou ja, is verklaarbaar. Maar moet een liter water dan direct F10,- kosten? In kamers geen licht. Alleen de trap naar beneden kan je voor een kleine minuut verlichten. Wordt het traplicht drie keer binnen vijf minuten gebruiken dan komt de Huttenwirt al kijken wat er aan de had is. Zou die man overal cameras geplaatst hebben? Dan dat doorgeeft luik. De keuken c.q. privé-ruimte van de huttenwirt en de ruimte waar de wandelaar zich ophouden wordt door dit luik gescheiden. Alle communicatie loopt via dat luik. Op knie hoogte zit dit luik. Zodat je altijd onderdanig moet zijn als je een verzoek hebt aan de Huttenwirt. Bij voorbeeld voor WC papier. De Huttenwirt zien je ook niet. Ja alleen via het luik. En zo waren er wel meer van die kleine irritaties.