Dinsdag 14 september 1999, Ontspanning, Rifugio Prayarer.
Een kleine rust onderweg aan een bergbeek,
totale ontspanningAdrie, Erik, Eltjo, Rob en Ignas gaat ‘s ochtend de Pointe Kurz op (3498 meter). Paul en ik blijven achter. Kunnen we even bijkomen. Vanaf de ontbijttafel in de hut volgen we ze. We houden dit een half uur vol. Dan hebben we het wel gehad. We gaan maar eens op onderzoek uit rondom de hut. De spieren maar weer wat laten wennen aan beweging. Elke keer als ik in beweging kom voel ik mij bovenbenen. Dat is nog van de klim naar de Col de Tête Blanche. Rond de hut hebben we het snel gezien. Dan maar wat in de zon zitten. Tussendoor steeds even kijken hoe ver de andere al zijn gevorderd. Opeens staat er een Fransman voor ons wild te zwaaien en te roepen. "Boekatin, Boekatin". Hij pakt Paul bij zijn arm een sleep hem mee achter de hut. Daar wordt het duidelijk. Achter de hut staat een levensgrote steenbok op een twintig meter afstand. Hij kijkt ons even aan. De blik is duidelijk. De rost waar de hut op staat is van hem. We zijn bij hem op bezoek. Hij kijkt nogmaals alsof hij wil zeggen "Gedraag je of anders verdwijn". We blijven een tijdje kijken.

Vandaag is de hut voor het laatst open. De beheerders zijn alle drie druk bezig de hut winter klaar te maken. Twee binnen en een buiten. Paul en ik helpen een handje mee om de lukken voor ramen te zetten en vast te schroeven. Om 12 uur zijn de anderen weer terug van hun avontuur naar de Pointe Kurz.

Uitzicht op Lago di
Place MoulinDe middag blijkt een echte mooie wandeling. Een lange afdaling naar Prayarer (2000 meter). Hier en daar een lastige passage maar daar zijn kabel aangebracht voor extra ondersteuning bij het afdalen. Onderweg nog een kleine rust aan een bergbeek. Ja dit is het leven. Zo mag het elke dag wel gaan. Alleen jammer van de spierpijn in mijn bovenbenen. Het lijkt wel of je dat extra voelt bij het dalen.

Na de rust komen we langzamerhand in de bewoonde wereld. Hier en daar ontmoeten we mensen die aan het werk zijn. Het echte Italiaanse bergboerenleven. Prayarer blijkt een tot hotelletje omgebouwde boerderij. Halverwege de middag komen we er aan. De rugzakken naar de kamer, omkleden en in de zon zitten. Biertje er bij en één voor één douchen. Wie doet ons wat. De sfeer in de groep is goed. Martin heeft zich aangepast en neemt volop deel aan het groepsgebeuren. Heeft zich ook gecommit aan de pot. Ofwel hij deelt ook in de kosten die we tijdens de tocht maken. Vond dit eerst wel een vreemd verschijnsel maar ziet nu toch ook de voordelen.

Na bier, douche en wandeling langs het meer, Lago di Place Moulin, is het tijd voor het avondeten. Dat wordt het beste eten wat we tijdens deze tocht zouden krijgen. De kok kan er wat van. Terwijl we natafelen gaat ook de bediening en kok eten. De kok heeft meer dan gewone belangstelling voor Erik. De ogen van hem, of is het, een haar blijven Erik volgen en bij oogcontact krijgt Erik een grote glimlach toegeworpen. Ze heeft het uiterlijk van een kerel. Hij is echter omgeven door de sfeer van een vrouw. We zullen nooit weten hoe het zit want Erik heeft de deur van de kamer op slot gedraaid en de deur vervolgens met de rugzakken gebarricadeerd

vorige paginavolgende pagina